Het bedrijf In Ovo maakte vandaag bekend een machine voor geslachtsbepaling van embryo’s in het ei, in de praktijk te hebben gebracht. De Dierenbescherming juicht dit toe omdat deze techniek ervoor zorgt dat mannelijke embryo’s niet worden uitgebroed en eendaghaantjes niet gedood hoeven te worden. Omdat ze geen eieren leggen hebben eendagshaantjes van legrassen geen waarde voor de pluimveesector. Met als gevolg dat er in Nederland ieder jaar ruim 40 miljoen haantjes, direct nadat ze uit het ei komen, worden gedood; wereldwijd gaat het zelfs om 5 miljard dieren. Gelukkig wordt er gewerkt aan verschillende oplossingen waardoor het doden van de haantjes hopelijk snel tot het verleden behoort.
Geslachtsbepaling in het ei
Bij deze methode wordt, door een minuscuul gaatje in de eierschaal te maken, een druppeltje vloeistof uit het ei gehaald. Aan de hand van de samenstelling van die vloeistof kan worden bepaald of het embryo mannelijk of vrouwelijk is. De vrouwelijke eieren worden verder uitgebroed, de mannelijke eieren niet; deze kunnen worden verwerkt tot diervoer. Eieren van hennen ‘zonder broertjes’ liggen al in de Nederlandse winkels, Jumbo verkoopt deze eieren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het bedrijf Seleggt. Nu komt er met In Ovo dus een tweede bedrijf op de markt dat deze techniek aanbiedt. De Dierenbescherming is vanaf het begin betrokken geweest bij dit project, en was in 2014 mede-ondertekenaar van een convenant om alternatieven te zoeken voor het doden van haantjes.
Het is belangrijk om zeker te weten dat de embryo’s op het moment van geslachtsbepaling geen pijn ervaren. De mannelijke eieren komen namelijk in een verwerkingsproces terecht, zoals te zien is in deze uitzending van de Keuringsdienst van Waarde. Hierbij worden de embryo’s op snelle wijze gedood, maar hoe eerder in het broedproces dit gebeurt, hoe zekerder het is dat er geen pijnbeleving is. Momenteel gebeurt de geslachtsbepaling op dag 9 van het broedproces. We hopen dat dit in de komende jaren vervroegd kan worden.
Opfokken van leghaantjes & dubbeldoelrassen
Het is ook mogelijk de mannelijke kuikens alsnog uit te laten komen, en vervolgens te houden voor vleesproductie. In Nederland wordt dit nog maar weinig gedaan, maar in Duitsland gebeurt het al meer. De haantjes worden apart van de hennen opgefokt, en geslacht met 12-16 weken. De Dierenbescherming ziet ook dit als een goede oplossing, mits de dieren op een goede manier worden gehouden.
Momenteel is er nog weinig markt voor hanenvlees. Dat, in combinatie met hun relatief langzame groei, maakt dat het voor de meeste pluimveehouders nog niet aantrekkelijk is om haantjes te gaan houden. In de toekomst zou de Dierenbescherming graag meer dubbeldoelrassen zien: die leggen wat minder eieren en zijn wat zwaarder dan de huidige leghennen. De haantjes daarvan leveren dus meer op, en ook voor de hennen lijkt dit welzijnsvoordelen te bieden. Ze zijn robuuster en laten in onderzoeken minder verenpikkerij zien.