Het vangen van kippen om ze te vervoeren naar het slachthuis, veroorzaakt veel dierenleed. Omdat alles snel en efficiënt moet gebeuren, worden de dieren gevangen aan hun poten en ondersteboven in transportkratten of -containers gestopt. Dit zorgt voor veel stress en bij een deel van de kippen voor verwondingen, zoals botbreuken en bloedingen…
Het rechtop vangen en vervolgens rustig in een krat stoppen van de kippen is een belangrijke manier om dit leed te verminderen. De Tweede Kamer ziet dit gelukkig ook in en nam onlangs een motie aan waarin de regering wordt opgeroepen dit in Europees verband te regelen. Dat het rechtop vangen nog op veel weerstand stuit in de praktijk, komt onder andere door de toch al lastige werkomstandigheden voor kippenvangers. Als deze verbeterd worden, hebben niet alleen de mensen daar baat bij, maar heeft dat ook een positieve uitwerking op het welzijn van de dieren.
Fysiek zwaar werk
Het vangen gebeurt over het algemeen ’s nachts, omdat kippen rustiger zijn in het donker en daardoor makkelijker te vangen. De combinatie van fysiek zwaar werk en ’s nachts werken maakt de baan ‘kippenvanger’ over het algemeen niet erg geliefd. Vangploegen werken vaak met veel arbeidsmigranten met weinig tot geen kennis over dierenwelzijn, en er zijn veel personele wisselingen. Ook zijn de leefomstandigheden van arbeidsmigranten over het algemeen problematisch. Al in 2020 deed de commissie Roemer hierover een aantal aanbevelingen, en in het Hoofdlijnenakkoord is te lezen dat het nieuwe kabinet hier werk van wil maken.
Hoog tijd voor verbetering
Het vangen kan echt anders. De door Eyes on Animals geïntroduceerde rechtop-vangmethode zorgt voor een stuk minder stress bij de dieren. De dieren worden per één of twee opgepakt waarbij de vanger de handen rondom het lijf van de dieren houdt, en ze vervolgens in de transportkrat plaatst. Deze methode zorgt niet alleen voor minder stress, maar verkleint ook de kans op verwondingen. Het aan de poten vangen is volgens de huidige EU Transportverordening feitelijk ook niet toegestaan. Dit werd onlangs weer bevestigd in een uitspraak van het College voor Beroep van het bedrijfsleven (CBb). De vraag is dus waarom de rechtop-vangmethode niet al veel wijder verspreid is.
Rechtop vangen: een catch-22?
Het rechtop vangen van kippen duurt ongeveer 1,5 keer zo lang als het vangen aan de poten, omdat er minder dieren per keer kunnen worden opgepakt. Dit betekent een grotere behoefte aan personeel, dat momenteel schaars is. Ook zorgt het voor wat hogere vangkosten, al zal dit niet de bottleneck zijn, want uitgedrukt per ei gaat het om enkele honderden van centen. Wel is rechtop vangen lastiger voor de vangers, bij leghennen die zich vaak hoog in de volièresystemen bevinden, waar de vangers sowieso al lastig bij kunnen. Betekenen deze bezwaren dan dat er niet aan de implementatie van rechtop vangen gewerkt kan worden? De Dierenbescherming vindt van niet.
Zoeken naar oplossingen
Ondanks de uitdagingen laten bedrijven zoals Kipster (3 sterren Beter Leven keurmerk) en biodynamische bedrijven in de praktijk al zien dat rechtop vangen wel degelijk mogelijk is. De Dierenbescherming vindt dat andere bedrijven ook snel moeten overstappen op rechtop vangen en denkt hier graag over mee. Zo zou er gekeken kunnen worden naar aanpassingen die pluimveehouders in de stal kunnen doorvoeren om het rechtop vangen makkelijker te maken. Als deze aanpassingen ook bijdragen aan het arbeidsgemak van de vangers, is dat helemaal een win-win. Want ook rechtop vangen moet zorgvuldig gebeuren om de beste dierenwelzijnsresultaten te bereiken, en de kans dat dat gebeurt is groter als het werk voor de vangers zo aangenaam mogelijk is.