De Dierenbescherming vindt dit een mooie stap vooruit. Beelden van dragende zeugen (zwangere varkens) die liggen tussen de spijlen behoren binnen het Beter Leven keurmerk tot het verleden. Door het vervangen van de ligboxen door groepshuisvesting kunnen de dieren voortaan rondlopen en zelf bepalen hoe ze willen liggen of bewegen. Bovendien kunnen ze tegen soortgenoten aanliggen, iets wat varkens als sociale dieren van nature prettig vinden.
De afgelopen 14 jaar werkten Beter Leven-boeren naar deze overgang toe en nu is het eindelijk zover. Varkenshouders hebben voor heel wat drempels gestaan om de situatie in de stal te wijzigen. Zo was het vanwege de stikstofcrisis niet eenvoudig om vergunningen te krijgen. Ondertussen moesten er toch investeringen gedaan worden om te blijven voldoen aan de eisen.
Natuurlijk gedrag
Het is fijn dat er anno 2025 echt aandacht is voor zeugen en hun behoeften. De Dierenbescherming beschouwt deze ‘upgrade’ als een belangrijke mijlpaal binnen de sector, omdat varkens zich beter kunnen bewegen en ze hun natuurlijke gedrag beter kunnen vertonen. Zo wordt de huisvesting verder aangepast op de behoeftes van de zeug, die het grootste gedeelte van haar leven in de drachtstal doorbrengt. Varkens zijn intelligente dieren met het cognitieve niveau van een kleuter. Ze begeven zich graag tussen hun soortgenoten en hebben een sterke behoefte om te onderzoeken.
Wat is er onder meer veranderd?
- Meer bewegingsruimte: Waar dragende zeugen voorheen ingesloten lagen tussen stangen, hebben ze nu meer vrijheid om te bepalen hoe zij willen liggen en bewegen.
- Daglicht: Stallen moeten nu voorzien zijn van daglicht via muren of daken. Hierdoor kunnen varkens een natuurlijk dag- en nachtritme ervaren, wat bijdraagt aan dierenwelzijn.
- Groepsgrootte: Voor dragende zeugen en vleesvarkens geldt een minimale groepsgrootte van twintig dieren. Dit stelt de varkens in staat om ruimte van elkaar te ’lenen’, waardoor ze de functiegebieden (verschillende plekken voor verschillende activiteiten) beter kunnen onderscheiden. Kleinere groepen blijven toegestaan, maar in dat geval gelden ruimere oppervlakte-eisen per dier.
- Aantal eetplaatsen verhoogd: Het aantal voederplekken (ook wel vreetplaatsen genoemd) voor vleesvarkens is verhoogd van één per twaalf naar één per acht dieren. Dit vermindert stress, omdat varkens minder met elkaar hoeven te concurreren om voedsel.
- Verbeterde ligplaats voor gespeende biggen: Gespeende biggen zijn jonge biggen die overgaan van moedermelk op vast voedsel. Een gedeeltelijk dichte vloer is nu voor hen verplicht, zij hoeven niet meer op een rooster te liggen. Daarbij wordt deze ligplaats de eerste dagen verwarmd of ingestrooid, omdat pas gespeende biggen zichzelf moeilijk warm kunnen houden.
Blijven verbeteren
De Dierenbescherming heeft zich samen met de varkenshouders jarenlang ingezet voor deze vooruitgang, en daar zijn we trots op. De winst voor het welzijn van miljoenen één ster Beter Leven-varkens is énorm. Toch maken we ons zorgen over de toekomst, vanwege noodzakelijke verbeteringen die door de stikstofproblematiek stilliggen. Om bijvoorbeeld over te gaan van kraamkooien naar vrijloopkraamhokken zijn ingrijpende verbouwingen nodig. De Dierenbescherming ziet niets liever dan zeugen die tijdens de kraamperiode vrij kunnen bewegen en zo moederzorg kunnen bieden aan hun biggen. Veel varkenshouders willen hier ook mee aan de slag te gaan. Maar zo lang er geen vergunningen worden afgegeven kunnen varkenshouders die verbeteringen niet doorvoeren. We blijven ons hoe dan ook onverminderd inzetten voor betere leefomstandigheden voor alle dieren.