De datum 4 maart 2024 is in onze agenda’s met geel gearceerd. Dan staat er in Den Haag een debat op de politieke agenda dat voor dieren in de veehouderij van cruciaal belang is. De Vaste Tweede Kamercommissie voor landbouw buigt zich dan over de vraag of en hoe er stappen gezet gaan worden om de veehouderij dierwaardig te maken.
Ter voorbereiding hierop heeft de Dierenbescherming ruim een jaar met veehouderij, overheid, levensmiddelenindustrie en afnemers onderhandeld aan de convenanttafel. Het is nu zaak dat dit gaat uitmonden in duidelijke dierenwelzijnsdoelen en invulling van de randvoorwaarden waaronder niet alleen veehouders maar alle betrokken partijen stappen kunnen zetten naar een dierwaardige veehouderij.
Uit analyse blijkt: een dierwaardige veehouderij loont
Omdat het gepolariseerde debat over landbouw te vaak gaat over kosten heeft Caring Farmers samen met ons een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) op laten stellen door landbouweconoom Max van der Sleen. Uit het gisteren gepubliceerde rapport blijkt dat een dierwaardige veehouderij loont en zelfs 2 miljard per jaar kan opleveren. De omslag, die ook een oplossing biedt voor de natuur- en stikstofcrisis en klimaat, levert meer brede welvaart op voor boer, dier en maatschappij, mits deze samen gaat met een ander consumptiepatroon.
Zet het dier centraal!
Naast de analyse hebben we in aanloop naar het debat debat een zogenaamde position paper ingediend waarin we onze speerpunten nogmaals herhalen. Tijdens een uitgebreid rondetafelgesprek, dat vandaag plaatsvond met de Tweede Kamerleden, hebben we de paper toegelicht. Het allerbelangrijkste punt staat bovenaan; zet het dier centraal! Om tot een dierwaardige veehouderij te komen dienen alle dieren in een diergericht ontworpen veehouderijsysteem gehouden te worden.
Huisvesting aan het dier aanpassen en niet meer andersom
Om deze omslag mogelijk te maken, maken we het heel concreet. Per diercategorie hebben we een opsomming gemaakt van de kantelpunten die volgens ons zeker in de nadere wetgeving geregeld moeten worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om vrijloopstallen, kalf bij de koe, het stoppen met couperen van varkensstaarten en het invoeren van vrijloopkraamhokken. Bij pluimvee moet bijvoorbeeld gekeken worden naar robuustere rassen en een lagere stalbezetting. Voor alle dieren geldt dat ze naar buiten moeten kunnen.
Iedereen moet iets doen
Een ander belangrijk punt uit de position paper, wat naar voren komt in de analyse, is dat iedereen iets moet doen, niet alleen de veehouder. De transitie naar een dierwaardige veehouderij kan alleen als er aan bepaalde systeemvoorwaarden is voldaan. Ons advies is dan ook: benader het als een systeemverandering, en erken de randvoorwaarden waaronder gehele productieketens, inclusief veehouders, naar een dierwaardige veehouderij kunnen gaan. Dit kost geld. De transitie naar een dierwaardige veehouderij kan alleen als daarvoor ook door de overheid voldoende middelen worden gereserveerd. Maar dat verdienen we, uiteindelijk, gewoon weer terug.