Op initiatief van de rijksoverheid zijn in oktober onderhandelingen van start gegaan om te komen tot een ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’. Dit convenant zal de basis vormen van wetgeving en het doel daarvan is het realiseren van dierwaardige veehouderij. We zijn blij dat wij deelnemen aan deze onderhandelingen en zodoende een belangrijke bijdrage kunnen leveren.
We gebruiken de zes leidende principes die de Raad voor Dierenaangelegenheden heeft geformuleerd als kapstok:
1. Erkenning intrinsieke waarde van het dier
2. Goede voeding
3. Goede huisvesting
4. Goede gezondheid
5. Natuurlijk gedrag
6. Positieve emotionele toestand
De focus bij de convenantsonderhandelingen zal in eerste instantie op de huisvesting liggen, waarbij men gebruik wil maken van de door Wageningen Universiteit & Research ontwikkelde methode van diergericht ontwerpen. In deze methode worden de belangrijkste behoeften van een dier gebruikt als programma van eisen voor het ontwerp van omgeving en verzorging. Naast huisvesting gaan we ook overleggen over raskeuze, diergezondheid, transport en slacht.
Plannen van de minister
Minister van LNV Piet Adema schrijft in een brief aan de Tweede Kamer van 4 november 2022 dat hij wetgeving wil opstellen om een dierwaardige veehouderij te realiseren. De uitkomsten van de convenantsonderhandelingen wil hij daarin zoveel mogelijk meenemen. Hij wil de definitie van diergericht ontworpen veehouderijsystemen wettelijk vastleggen, net als de tijdshorizon om deze systemen te realiseren. Dit juichen we als Dierenbescherming toe, want diergericht ontwerp is één van de speerpunten van ons Deltaplan Veehouderij. Opmerkelijk is dat hij het vorig jaar geamendeerde artikel 2.1 van de Wet Dieren wil aanpassen, omdat uit juridische analyse zou blijken dat dit niet handhaafbaar is. In plaats daarvan kijkt hij naar twee andere artikelen van de Wet Dieren. Artikel 2.2 wil hij aanpassen om mogelijkheden voor natuurlijk gedrag in de veehouderij te waarborgen. Artikel 2.8 verbiedt het uitvoeren van ingrepen al, maar hierop bestaan nog uitzonderingen en deze wil hij nu heroverwegen.
Deltaplan Veehouderij: het dier centraal
Als Dierenbescherming willen wij via het convenant werken aan een systeemverandering. We willen naar een veehouderijsysteem waarbij dierwaardigheid en positief dierenwelzijn centraal staan. Onze visie hierop staat beschreven in het Deltaplan Veehouderij. Het houdt bijvoorbeeld in:
– dat er gebruik wordt gemaakt van robuustere rassen;
– dat transport van dieren wordt geminimaliseerd;
– dat de omgeving waarin het dier gehouden wordt diergericht ontworpen is;
– en dat lichamelijke ingrepen niet meer nodig zijn.
Dat laatste betekent dat er rekening wordt gehouden met de belangrijkste behoeftes van een diersoort. Denk aan scharrel- en stofbadgedrag bij kippen, grazen bij melkvee en wroeten bij varkens. Maar ook aan zaken zoals voldoende ruimte, daglicht, een gezond stalklimaat, uitloop naar buiten, goed voor de eigen nakomelingen kunnen zorgen, enzovoort.
De Dierenbescherming wil dus dat het dier centraal komt te staan tijdens de convenantsgesprekken. Vervolgens moet gekeken worden naar wat er nodig is om dat te realiseren, en hoe dierwaardigheid ingepast moet worden binnen de bredere verduurzaming van de veehouderij. We zetten ons in voor het stellen van duidelijke, ambitieuze en afrekenbare doelen, en het maken van afspraken over ieders rol en de middelen die ingezet moeten worden om deze doelen te bereiken.
Betrokken partijen
Andere partijen bij de convenantsonderhandelingen zijn Caring Farmers, LTO, NAJK (jonge boeren), POV (varkenshouders), AVINED (pluimveesector), Duurzame Zuivelketen, CBL (supermarkten en foodservice) en het ministerie van LNV. Oud-Tweede Kamerlid en oud-diplomaat Bram van Ojik is onafhankelijk voorzitter bij de onderhandelingen.