24 maart 2021
Onderzoeksraad bepleit betere aanpak stalbranden
De Dierenbescherming is het eens met de conclusie dat het terugdringen van stalbranden stokt en de overheid het voortouw moet nemen om tot brandveiligere stallen te komen.
Lees meerDit plan is goed voor dieren, omdat er in de transitie een verschuiving gemaakt wordt:
De veehouderij heeft al jaren te maken met crises en structurele problemen. Bij iedere crisis klinkt de roep om echte oplossingen. Toch worden er vaak vooral brandjes geblust en blijven onderliggende oorzaken bestaan. Daarom presenteert de Dierenbescherming het Deltaplan Veehouderij. Goed voor mensen. Goed voor dieren. Hierin schetsen we hoe de veehouderij er in 2050 volgens ons uit moet zien, en vier transitiepaden om daar te komen. We zetten het dier centraal en komen met win-winoplossingen met als resultaat een diergerichte, integraal duurzame veehouderij.
Om een omslag in de veehouderij te realiseren is actie op vier transitiepaden nodig, die tegelijkertijd worden aangepakt. Ieder transitiepad is realistisch maar ook uitdagend. En als we ze tot een goede uitvoer brengen, dan krijgen we een toekomstbestendige, diergerichte en duurzame veehouderij.
Dieren zijn sterk en weerbaar en kunnen hun natuurlijke gedrag vertonen. Ze gaan zo min mogelijk op transport en elk dier krijgt toegang tot een uitloop of wei.
Consumenten hebben hun consumptie van dierlijke producten fors gereduceerd en ze betalen de echte en faire prijs voor vlees, zuivel en eieren. Duurzaam voedsel wordt meer gewaardeerd en minder verspild.
De veehouderij werkt in korte vaste ketens. Dit zorgt voor betere afspraken, eerlijke prijzen voor de boer en meer transparantie.
De veehouderij produceert integraal duurzame meerwaardeproducten voor de Noordwest-Europese markt.
De veehouderij is de afgelopen 75 jaar sterk veranderd. Dat heeft gevolgen gehad voor dieren, boeren, burgers en het milieu en de natuur, en het heeft ons gebracht tot de huidige situatie. De Dierenbescherming wil niet terug naar het verleden, maar kijkt vooruit naar een diergerichte, duurzame veehouderij in 2050.
Na de oorlog is het overheidsmotto ‘Nooit meer honger’ en wordt armoede op het platteland bestreden. Het Europese landbouwbeleid van de Nederlander Mansholt met o.a. minimum prijzen voor veel landbouwproducten leidt tot schaalvergroting.
Dieren worden steeds minder gehouden op extensieve, kleine bedrijven, en steeds vaker op grootschalige bedrijven, met minder ruimte per dier en zonder uitloop.
Boeren hebben steeds grotere bedrijven, en een betere economische positie.
Burgers krijgen meer voedselzekerheid.
Milieu en natuur ondervinden door de schaalvergroting en het daardoor ontstane mestoverschot meer hinder van de landbouw.
Schaalvergroting en intensivering zetten door. De fokkerij selecteert dieren op steeds hogere productie. Overheden voeren nog nauwelijks dierenwelzijnsbeleid. Problemen die ontstaan omdat niet aan de behoeftes van dieren wordt voldaan, zoals verenpikken of staartbijten, worden ‘opgelost’ door bijvoorbeeld snavels en staarten te verwijderen en dieren in het donker te houden.
Dieren De jaarproductie van een melkkoe stijgt van 4000 liter in 1950 naar 6000 liter in 1990. Een vleesvarken groeit in 1950 500 gram/dag, in 1990 is dat toegenomen tot 700 gram. Door de stijgende productie krijgen de dieren meer last van productiegerelateerde ziektes.
Boeren om inkomen uit hun bedrijf te blijven halen gaan veehouders steeds verder in schaalvergroting en productieverhoging per dier.
Burgers zijn steeds meer dierlijke producten gaan eten. In 1950 werd er 48 gram vlees per dag gegeten; in 1990 is dat meer dan 100 gram.
Milieu en natuur hebben steeds meer last van de negatieve effecten van de landbouw. Er wordt alarm geslagen over zure regen. Mede daarom wordt in 1986 de eerste Meststoffenwet ingevoerd.
In de jaren 90 worden de eerste Europese dierenwelzijnsregels opgesteld. Zo worden kistkalveren verboden, net als legbatterijen en individueel opsluiten van zeugen. Dierenwelzijnskeurmerken maken verdergaande verbeteringen mogelijk via de markt. Toch wordt het grootste deel van de dieren nog onder de voor dierenwelzijn ontoereikende minimumnormen gehouden, en boeren concurreren wereldwijd met elkaar.
Dieren worden nog steeds geselecteerd op hogere productie. In 2020 is de jaarproductie van een melkkoe verder gestegen tot 9000 liter. Een vleeskuiken uit 1950 deed er 5 maanden over om de 2,5 kg te bereiken, nu is dat nog zo’n 6 weken. Nederland wordt geteisterd door dierziekten: in 1997/1998 varkenspest, in 2001 mond-en-klauwzeer, in 2003 vogelgriep en van 2007 tot 2011 Q-koorts.
Boeren blijven inzetten op efficiëntieverbetering en kostenverlaging, maar verdienen vaak geen goed inkomen. Het aandeel huishoudens onder de inkomensgrens nodig voor een zelfstandig huishouden is voor de melkveehouderij, varkenshouderij, leghennenhouderij en vleeskuikenhouderij: 35%, 48%, 15% en 28%, respectievelijk. Boeren komen in opstand tegen het overheidsbeleid.
Burgers eten gemiddeld 104 gram vlees per dag. O.a. door gepolariseerde discussies op sociale media lijkt een grotere kloof tussen maatschappij en veehouderij te ontstaan, hoewel de genuanceerdere burgers (de grootste groep) vaak niet gehoord worden.
Milieu en natuur Nog maar 3% van het grasland is kruidenrijk. Daardoor is er minder voedsel voor weide- en boerenlandvogels. De Nederlandse landbouw is verantwoordelijk voor 41% van de stikstofdepositie, dit komt grotendeels uit de veehouderij.
Alle partijen nemen hun verantwoordelijkheid om een integraal duurzame, diergerichte veehouderij te realiseren. Er wordt gewerkt op 4 transitiepaden:
Dieren zijn sterk en weerbaar. Ze worden gehouden in diergericht ontworpen systemen inclusief uitloop of weidegang. Transport komt nauwelijks nog voor.
Boeren verdienen een goed inkomen door duurzame producten te maken in korte hechte ketens. Ze krijgen waardering van de maatschappij.
Burgers eten nog maximaal 19 gram dierlijk eiwit per dag, en betalen hier de echte prijs voor. Dat is bijvoorbeeld 1 eitje en 2 plakjes kaas, of 75 gram rundvlees. Ze waarderen de duurzame veehouderij en hebben hier geen overlast van.
Milieu en natuur natuurinclusieve landbouw is de norm geworden. Milieu en landbouw zijn daardoor met elkaar in balans. Landschappen zijn gevarieerd en de biodiversiteit is hersteld.
Een duurzame veehouderij is dichter bij dan je denkt. We hebben het in ons plan over 2050, maar ook nu gebeuren er al zoveel mooie dingen. In heel Nederland werken mensen op hun eigen manier aan een diergerichte, duurzame en toekomstbestendige veehouderij. Als we kijken naar de koplopers van vandaag, dan denken we: dit gaat ons lukken!
Een maatschappij waar mensen en dieren waardig kunnen leven. Dat vindt de Dierenbescherming belangrijk. Daarom komt zij op voor alle miljoenen dieren in de veehouderij in Nederland. Dat is niet nieuw. Dit doet de organisatie al ruim 150 jaar. Wat wel nieuw is, is het Deltaplan. Dit plan is opgesteld naar aanleiding van de problemen die spelen in de huidige veehouderij. Het Deltaplan schetst een toekomstbestendige veehouderij met een win-win situatie voor dier, boer, burger en milieu.
Het Deltaplan Veehouderij zal de komende jaren als leidraad dienen voor de onderwerpen en projecten waarop de Dierenbescherming actief is. Denk bijvoorbeeld aan projecten rondom het ontwikkelen of beter beschikbaar maken van diergericht ontworpen stalsystemen of modules daarvan.
Dit kan de Dierenbescherming echter niet alleen; iedereen moet zijn steentje bijdragen. We hebben samen nog een weg af te leggen, maar het kan. Wij brachten de vier ‘transitiepaden’ in beeld waarop alle partijen actie kunnen ondernemen. Hoe jij een bijdrage kunt leveren vind je hier. Doe je mee?
Livestock farming has been facing crises and structural problems for years now. Every time a crisis breaks, there are calls for lasting solutions. But somehow we usually end up firefighting and the underlying causes remain unresolved. That is why the Dutch Society for the Protection of Animals is presenting its Delta Plan for Livestock Farming. Good for people. Good for animals. This plan outlines our vision for livestock farming by 2050, along with four transition pathways to make it a reality. Animals are at the heart of our vision and our plan presents win-win solutions to create a livestock system that is both integrally sustainable and focused on animal welfare.
Download the Delta PlanDie Nutztierhaltung hat seit Jahren mit vielen Krisen und strukturellen Problemen zu kämpfen, und jedes Mal, wenn eine neue Krise ausbricht, werden dauerhafte Lösungen gefordert. Oft wird dabei jedoch nur das Problem gelöst; die Ursache bleibt weiter bestehen. Aus diesem Grund präsentiert der niederländische Tierschutzbund seinen Deltaplan für die Nutztierhaltung. Gut für Menschen. Gut für Tiere. Dieser Plan skizziert unsere Vision für die Nutztierhaltung bis zum Jahr 2050, zusammen mit vier Übergangsverläufen, um diese umzusetzen. Die Tiere stehen dabei in unserer Vision im Mittelpunkt. Der Plan zeigt Lösungen, mit deren Hilfe ein Nutztiersystem erstellt werden kann, das sowohl vollständig nachhaltig ist, als auch das Wohlbefinden der Tiere miteinbezieht.
Download Deltaplan (in Kürze verfügbar)